Dat is de eerste vraag.
Soms de enige die mensen hardop durven uit te spreken.
Maar zelden is het echt een vraag over pijn.
Wanneer iemand vraagt hoe pijnlijk een piercing is,
vraagt die persoon eigenlijk:
Kan ik dit aan?
Zal ik de controle verliezen?
Zal het me overvallen?
Wordt het erger dan ik me voorstel?
Pijn is vaak gewoon het woord
dat we gebruiken voor onzekerheid.
Mensen zoeken geen exact getal.
Geen schaal van één tot tien.
Ze zoeken veiligheid in een situatie
waarin volledige controle onmogelijk is.
Daarom helpen vergelijkingen zelden.
“Het valt mee.”
“Bij mij deed het geen pijn.”
“Het duurt maar een seconde.”
Dat kan allemaal waar zijn —
en toch totaal niet helpend.
Want het lichaam reageert niet
op andermans ervaringen.
Het reageert op zijn eigen toestand
op dat moment.
Pijn is geen objectieve maat.
Het is een beleving.
En die beleving hangt af
van veel meer factoren
dan we geleerd hebben te denken.
In dit boek gaan we pijn niet rangschikken.
We maken geen lijstjes van
“de pijnlijkste piercings”.
We gaan je niet overtuigen
dat iets makkelijk is.
In plaats daarvan leggen we uit
waarom pijn vaak minder is dan verwacht,
waarom ze soms verrast,
en waarom dat niet betekent
dat je zwak bent.
Want dit is de echte waarheid:
De meeste mensen zijn niet bang voor pijn.
Ze zijn bang voor het onbekende gevoel
waarvan ze niet weten
wat er daarna komt.
Wanneer je begrijpt
wat er werkelijk in het lichaam gebeurt,
verliest pijn haar mysterieuze dreiging
en wordt het een signaal
dat kort duurt
en een einde heeft.
Dit boek is voor jou
als je je ooit hebt afgevraagd:
“Is dit te veel voor mij?”
“Waarom span ik me al aan bij de gedachte alleen?”
“Waarom vertelt iedereen iets anders?”
Het antwoord ligt niet in de naald.
Het antwoord ligt in de manier
waarop het lichaam het ervaring verwacht.
In het volgende hoofdstuk beginnen we bij de basis:
wat pijn eigenlijk is,
en waarom de verwachting van pijn
vaak pijnlijker is
dan de piercing zelf.
Pijn is niet wat je denkt dat het is
Pijn wordt vaak beschreven als iets concreets.
Als een gebeurtenis.
Als een moment dat “gebeurt” en daarna voorbij is.
Maar in werkelijkheid is pijn geen ding op zichzelf.
Pijn is een boodschap.
Het lichaam voelt pijn niet om je te straffen.
Het voelt pijn om je te informeren.
Het is een signaal van het zenuwstelsel dat zegt:
“Er verandert iets. Let op.”
En dat signaal is niet altijd even sterk,
zelfs niet in dezelfde situatie.
Bij een piercing
stellen de meeste mensen zich pijn al van tevoren voor.
Verbeelding is krachtig.
Het brein maakt weinig onderscheid
tussen een echte ervaring
en een ervaring die zich steeds opnieuw in gedachten afspeelt.
Als je dagenlang aan pijn denkt,
begint het lichaam zich al voor te bereiden.
De spieren spannen zich aan.
De ademhaling wordt oppervlakkiger.
Het zenuwstelsel gaat in paraatheid.
En wanneer de naald dan daadwerkelijk gebeurt,
draait het lichaam al op volle toeren.
Daarom doet de verwachting van pijn
vaak meer pijn
dan het moment van de piercing zelf.
Niet omdat je “overgevoelig” bent,
maar omdat het lichaam al in alarmstand staat.
Het is ook belangrijk om dit te begrijpen:
pijn is niet lineair.
Ze bouwt zich niet netjes op.
Ze blijft niet hangen.
Ze laat zich niet meten met een liniaal.
Bij piercings is pijn meestal:
kort
duidelijk
plaatselijk
En direct daarna
begint het lichaam alweer tot rust te komen.
Veel mensen zijn verrast door hun eigen reactie.
“Ik had erger verwacht.”
“Het ging sneller dan ik dacht.”
“Het was zo voorbij.”
Dat betekent niet dat er geen gevoel was.
Het betekent dat de angst groter was dan de ervaring.
Pijn hangt ook af van de toestand waarin je bent.
Ben je moe,
onder stress,
emotioneel overbelast —
dan heeft het lichaam minder capaciteit.
Dan voelt zelfs een klein signaal groter aan.
Ben je aanwezig, uitgerust en rustig,
dan kan datzelfde signaal veel makkelijker passeren.
En opnieuw:
geen van beide toestanden is fout.
Het probleem ontstaat
wanneer we pijn gaan zien als een test.
Als een bewijs van kracht.
Als iets dat je moet “doorstaan”.
Dan krijgt het lichaam geen steun,
maar druk.
En druk vergroot de sensatie.
Dit boek probeert je niet te overtuigen
dat een piercing “geen pijn doet”.
Het wil je laten zien
dat pijn geen vijand is
en dat ze vaak niet zo groot is
als we haar vooraf maken.
Wanneer je pijn begrijpt,
verliest ze een deel van haar macht.
Niet omdat ze verdwijnt,
maar omdat ze niet langer onbekend is.
In het volgende hoofdstuk gaan we een stap verder:
waarom mensen zo sterk verschillen
in hun beleving van pijn,
en waarom jezelf vergelijken met anderen
bijna nooit helpt.
Waarom we pijn allemaal anders ervaren
Een van de meest voorkomende teleurstellingen
ontstaat na het horen van andermans verhalen.
“Bij mij deed het helemaal geen pijn.”
“Ik voelde het nauwelijks.”
“Ik vond het vreselijk.”
Het zijn allemaal ware uitspraken.
En geen ervan vertelt je
wat jij zult voelen.
Pijn is geen universele ervaring.
Het is geen meeteenheid.
Het is een relatie
tussen het lichaam, het zenuwstelsel
en het moment.
Daarom kunnen twee mensen
dezelfde piercing krijgen
en er een totaal andere herinnering aan overhouden.
Er zijn lichamen
die een prikkel snel verwerken.
Er zijn lichamen
die haar langer vasthouden.
Er zijn mensen
die vanzelf dieper ademen.
En mensen
die hun adem inhouden
zonder het te merken.
Geen van beide is beter.
Geen van beide is fout.
Ook wat je met je meedraagt
beïnvloedt hoe pijn wordt ervaren.
Eerdere ervaringen.
Medische herinneringen.
De manier waarop je hebt geleerd
om met stress om te gaan.
Het lichaam onthoudt en leert.
Als iets ooit pijnlijk
en onverwacht was,
zal het lichaam zich de volgende keer
sneller proberen te beschermen.
Dat betekent niet
dat je “moeilijk” bent.
Het betekent
dat je hebt geleerd.
Vergelijken met anderen
vergroot vaak de druk.
Als het voor iemand anders makkelijk was
en voor jou moeilijk,
kan schaamte ontstaan.
Maar schaamte vermindert pijn niet.
Ze vergroot haar.
Het is belangrijk om dit te weten:
jouw reactie is geen bewijs van zwakte.
Het is informatie
over hoe jouw lichaam werkt.
En wanneer je dat accepteert,
verdwijnt de behoefte
om in iemands anders verhaal te passen.
Pijn neemt af
wanneer het lichaam veiligheid ervaart.
Niet wanneer ze wordt gemeten.
Niet wanneer ze wordt vergeleken.
Veiligheid komt niet
uit de belofte
dat “het geen pijn zal doen”.
Ze komt uit aanwezigheid,
duidelijkheid,
en het gevoel
dat je controle hebt.
Wanneer dat er is,
houden verschillen in pijnbeleving
op een probleem te zijn.
Dan zijn het gewoon verschillen.
In het volgende hoofdstuk
gaan we in op een cruciale factor:
waarom verwachting en verbeelding
zo’n sterke invloed hebben,
en hoe het brein
vaak een groter probleem maakt
dan het in werkelijkheid is.
Waarom de verwachting van pijn vaak meer pijn doet
Er is een verschil tussen wat er gebeurt
en wat we ons voorstellen dat zal gebeuren.
Bij een piercing is dat verschil vaak groot.
Verwachting heeft de kracht
om het lichaam voor te bereiden
nog vóórdat er iets gebeurt.
Maar die voorbereiding is niet altijd helpend.
Wanneer het brein inschat
dat er iets potentieel pijnlijks aankomt,
wacht het niet op bevestiging.
Het slaat alarm.
De spieren spannen zich aan.
De ademhaling wordt korter.
De focus vernauwt.
Het lichaam staat klaar om te reageren —
nog voordat er iets is om op te reageren.
De verbeelding draait dan op volle toeren.
Beelden.
Verhalen.
Ervaringen van anderen.
Video’s.
Alles komt het systeem binnen
en creëert een beleving
die nog niet echt is,
maar wel zo voelt.
Het brein maakt geen scherp onderscheid
tussen ingebeelde en echte pijn.
Als je iets vaak en intens genoeg voorstelt,
reageert het lichaam
alsof het al gebeurt.
Daarom ontstaat spanning soms al
in de wachtruimte.
Het probleem is niet het denken.
Het probleem is dat het lichaam niet weet
dat het verhaal nog slechts een verhaal is.
Wanneer de piercing daadwerkelijk gebeurt,
volgt vaak een verrassing.
Niet omdat er geen sensatie is,
maar omdat die sensatie begrensd is.
De pijn verschijnt —
en verdwijnt daarna weer.
Maar verwachting heeft geen einde.
Die kan uren of dagen blijven draaien.
Daarom zeggen mensen vaak:
“Het ergste was ervoor.”
Dat is geen uitspraak over moed.
Het is een beschrijving
van hoe het zenuwstelsel werkt.
Dit is belangrijk,
omdat het één ding duidelijk maakt:
als het lichaam zich vooraf kan aanspannen,
kan het zich ook vooraf tot rust brengen.
Niet door dwang.
Niet door jezelf te overtuigen.
Maar door onzekerheid te verminderen.
Wanneer je weet wat er gebeurt,
hoe lang het duurt,
en dat je altijd mag stoppen —
houdt het brein op met dramatiseren.
Niet omdat je het hebt “overwonnen”,
maar omdat het niets meer hoeft te verdedigen.
In het volgende hoofdstuk
gaan we in op een ander cruciaal punt:
waarom controle en het gevoel van keuze
meer invloed hebben op pijn
dan de naald zelf.
Controle weegt zwaarder dan de naald
De meeste mensen denken dat de pijn in de naald zit.
Maar vaak zit de pijn
in het gevoel dat er iets gebeurt
zonder jouw invloed.
Het lichaam ontspant
wanneer het weet dat het keuze heeft.
Het spant zich aan
wanneer het die keuze verliest.
Dat is een basisprincipe
van het zenuwstelsel.
Stel je het verschil voor
tussen deze twee momenten:
In het ene zegt iemand:
“Nu gaan we beginnen. Ontspan je maar.”
In het andere zegt iemand:
“Zeg het maar wanneer je er klaar voor bent.
We kunnen op elk moment stoppen.”
Technisch gezien is de naald dezelfde.
Maar voor het lichaam
is de ervaring totaal anders.
Controle betekent niet
dat je alles moet weten.
Het betekent
dat je weet dat je een stem hebt.
Dat je vragen mag stellen.
Dat je een pauze kunt vragen.
Dat je “nog niet” kunt zeggen.
Die kleine rechten
hebben een enorme invloed
op hoe het lichaam pijn ervaart.
Wanneer je voelt
dat je controle hebt,
neemt de pijn vaak af.
Ze verdwijnt niet per se,
maar ze verspreidt zich niet.
Ze overschrijdt geen grens.
Daarom zeggen mensen vaak
dat hun tweede of derde piercing
makkelijker voelde.
Niet omdat de huid anders was,
maar omdat het onbekende verdwenen was.
De controle was gegroeid.
Het is ook belangrijk
om dit te weten:
controle is geen strijd.
Het is geen vastklemmen.
Geen verkramping.
Controle is toestemming
om aanwezig te zijn.
Wanneer je stopt
met vechten tegen je lichaam
en het keuze geeft,
houdt het lichaam op met schreeuwen.
En pijn wordt
wat het werkelijk is:
een kort signaal,
geen bedreiging.
In het volgende hoofdstuk
gaan we iets heel concreets bespreken:
waarom ademhaling, focus en aandacht
de beleving van pijn kunnen veranderen —
zonder trucjes.
Hoe ademhaling en focus pijn veranderen
Pijn bestaat niet op zichzelf.
Ze verschijnt altijd in de context van aandacht.
Waar de aandacht na gericht is,
daar gaat ook het gevoel naartoe.
Wanneer we bang worden,
vernauwt de aandacht.
Ze fixeert zich op één specifiek moment:
de naald.
Het lichaam houdt de adem in.
De spieren spannen zich aan.
Alles wordt intenser.
Ademhaling is de snelste manier
om het lichaam een signaal te geven
dat het niet in gevaar is.
Niet omdat ademhaling pijn “magisch” wegneemt,
maar omdat ze de toestand
van het zenuwstelsel verandert.
Een lange, langzame uitademing
activeert het deel van het systeem
dat kalmeert.
Je hoeft niet perfect te ademen.
Het is al genoeg
om je adem niet vast te houden.
Dat alleen
maakt al verschil.
Focus werkt op een vergelijkbare manier.
Wanneer alle aandacht
op de verwachting ligt,
verspreidt de pijn zich.
Wanneer de aandacht
bij een stem is,
bij de ruimte,
bij het lichaam als geheel,
blijft de sensatie lokaal.
Daarom kijken sommige mensen
instinctief weg.
Daarom sluiten sommigen hun ogen.
Daarom praten anderen.
Dat zijn geen afleidingen.
Dat zijn manieren
om te reguleren.
Het is belangrijk om te weten:
er bestaat geen “juiste” manier
om te ademen
of je te focussen.
Er bestaat alleen
een manier die jou helpt.
Wanneer het lichaam ondersteuning krijgt
bij het reguleren,
gaat pijn vaak sneller voorbij.
Niet omdat ze verdwijnt,
maar omdat ze geen extra weerstand krijgt.
In het volgende hoofdstuk
gaan we een grote misvatting bespreken:
waarom pijnschalen, lijstjes van
“de pijnlijkste piercings”
en vergelijkingen
vaak meer schade aanrichten
dan dat ze helpen.
Waarom lijstjes met “de pijnlijkste piercings” niet helpen
Lijstjes bestaan omdat ze veiligheid beloven.
Als je weet wat het “ergste” is,
kun je je voorbereiden.
Maar het lichaam leest geen lijstjes.
Wanneer je een ranglijst van pijn ziet,
ervaart het brein dat niet als informatie.
Het ervaart het als dreiging.
“Het pijnlijkst” helpt niet om minder te voelen.
Het helpt alleen om méér te verwachten.
Het probleem met zulke lijstjes
is niet dat ze per se onjuist zijn.
Het probleem is dat ze de context negeren.
Jouw lichaam.
Jouw toestand.
Jouw zenuwstelsel op die dag.
Wat voor de één ondraaglijk was,
was voor een ander kort en te verdragen.
Niet omdat de één sterker is,
maar omdat de omstandigheden anders waren.
Lijstjes wissen individualiteit uit.
Ze persen ervaring in een mal.
En wanneer jouw ervaring
niet past in dat beeld,
ontstaat twijfel.
“Waarom is het voor mij zo?”
“Waarom reageerde ik anders?”
Maar pijn is geen competitie.
Geen schaal.
Geen rangorde.
Het is een momentane relatie
tussen het lichaam en een prikkel.
Als je realistischere informatie wilt,
is dit nuttiger om te weten:
-
Pijn bij een piercing is meestal kort
-
Het meest intense moment duurt heel even
-
Het lichaam keert snel terug naar evenwicht
Het klinkt niet dramatisch.
Maar het is wel waar.
Lijstjes proberen je voor te bereiden
op alle mogelijke uitkomsten.
Maar voorbereiding die angst aanjaagt,
is geen voorbereiding —
het is belasting.
Wat er gebeurt na de pijn**
Wanneer de pijn voorbij is,
blijft het lichaam niet in leegte achter.
Het gaat over
naar een fase van loslaten.
Tijdens het wachten
en het moment van de piercing zelf
stond het zenuwstelsel
op scherp.
Wakker. Gespannen. Gefocust.
Wanneer de prikkel voorbij is,
krijgt het lichaam eindelijk het signaal:
het gevaar is voorbij.
En dan gebeurt er iets
dat veel mensen verrast.
Sommigen voelen een sterke opluchting.
Alsof er een last van hen afvalt.
Sommigen beginnen te huilen.
Sommigen lachen.
Sommigen voelen lichte duizeligheid
of een warme golf.
Dat zijn allemaal normale reacties.
Het zijn geen tekenen van zwakte.
Het zijn tekenen van regulatie.
Het lichaam kan niet voortdurend
in spanning blijven.
Wanneer de druk wegvalt,
moet de energie ergens heen.
Via tranen.
Via lachen.
Via een diepe ademhaling.
Daarom is het belangrijk
om dit moment niet te haasten.
Niet te minimaliseren.
Niet over te slaan.
Integratie hoort bij de ervaring.
Veel mensen herinneren zich dit deel
sterker dan de pijn zelf.
Niet omdat het intenser was,
maar omdat het echt was.
De pijn was kort.
Maar het gevoel
dat er iets belangrijks is gebeurd,
blijft.
In het afsluitende hoofdstuk
ronden we het geheel af:
waarom pijn bij een piercing
zelden het echte probleem blijft,
en wat mensen uiteindelijk
meenemen uit deze ervaring.
Pijn is niet wat je bijblijft
Wanneer mensen later over hun piercing praten,
hebben ze het zelden over pijn.
Ze herinneren zich niet de exacte sensatie.
Niet de intensiteit.
Niet die ene seconde.
Wat ze zich herinneren,
is hoe ze zich voelden in die ruimte.
De pijn was onderdeel van de ervaring,
maar niet de kern ervan.
Wat blijft, is iets anders:
dat ze het konden
dat het voorbijging
dat het lichaam hen niet in de steek liet
dat de angst niet won
Dát is wat blijft hangen.
De meeste mensen zeggen achteraf niet:
“Het was pijnlijk.”
Ze zeggen:
“Het was niet zoals ik me had voorgesteld.”
En dat is de sleutel.
Pijn bij een piercing duurt zelden lang.
Maar het verhaal dat we erover aan onszelf vertellen,
kan jaren meegaan.
Dit boek is er
om dat verhaal terug te brengen naar de realiteit.
Zonder dramatiseren.
Zonder bagatelliseren.
Zonder iets te moeten bewijzen.
Als je dit boek afsluit
met minder spanning dan waarmee je begon,
dan heeft het al gedaan wat het moest doen.
Als je nog steeds vragen hebt,
is dat ook oké.
Een piercing is geen test van uithoudingsvermogen.
Geen wedstrijd.
Geen maatstaf voor moed.
Het is een ontmoeting met je lichaam
op een heel concreet moment.
En een lichaam dat je beluistert,
weet hoe het door pijn kan gaan
zonder er een verhaal van zwakte van te maken.
Als je jezelf ooit weer afvraagt:
“Hoe pijnlijk is het?”
dan is het antwoord misschien anders dan voorheen.
Geen getal.
Geen schaal.
Maar:
“Het duurt kort. En ik heb recht op mijn eigen tempo.”
En dat is helemaal genoeg.
SLOTWOORD
Als er één ding is
dat het waard is om mee te nemen uit dit boek,
dan is het dit:
Pijn is niet de vijand.
Onzekerheid is dat wel.
Een piercing doet pijn
voor zover het lichaam op dat moment
geen gevoel van veiligheid, controle en ruimte ervaart.
En dat is geen tekortkoming van het lichaam.
Het is zijn intelligentie.
Dit boek is er niet
om je te overtuigen dat alles makkelijk zal zijn.
En ook niet om de ervaring te bagatelliseren.
Het is er om je vertrouwen terug te geven
in wat je al hebt —
in het vermogen van je lichaam
om te voelen, te reageren
en iets af te ronden.
Als je ooit weer tegenover een naald staat,
hoef je jezelf niet af te vragen
of je sterk genoeg bent.
Het is genoeg om te vragen:
“Luister ik naar mezelf?”
Jouw ervaring hoeft op niemand anders te lijken.
Jouw reactie hoeft niet “juist” te zijn.
Jouw tempo is voldoende.
Een piercing onthoudt geen pijn.
Het lichaam onthoudt
hoe het behandeld werd.
En wanneer er respect is,
wordt pijn slechts een tijdelijk signaal —
geen verhaal over zwakte.
Dat is alles.
Geschreven door Ira Lutvica – internationaal piercing expert, oprichter van Piercings Works (1998), met meer dan 25 jaar ervaring.
- Bij Piercings Works kijken we niet alleen naar de naald, maar naar het lichaam, de timing en de mentale staat
