{{ shop.id }}
Door het gebruiken van onze website, ga je akkoord met het gebruik van cookies om onze website te verbeteren. Dit bericht verbergen Meer over cookies »
One of the world's top 10 piercing and tattoo studio’s

IS DIT NORMAAL?

28 December 2025
Piercings Works  Ira Lutvica
Piercings Works Ira Lutvica
Expert
Wat er in het lichaam gebeurt na een piercing – en waarom dat geen fout is

Is dit normaal?

Het is een vraag die zelden hardop wordt gesteld.
Maar bijna altijd opkomt.

Niet in de studio.
Niet waar anderen bij zijn.
Maar later.

Thuis.
Voor de spiegel.
Op het moment dat het lichaam er anders uitziet dan je had verwacht.

Misschien is het rood.
Misschien warm.
Misschien pulseert het.
Of het ziet er simpelweg niet zo “rustig” uit als je dacht dat het zou moeten zijn.

En op dat moment trekt er iets samen in je.

De meeste mensen zoeken op dat moment geen kennis.
Ze zoeken rust.

Ze zoeken bevestiging dat ze niets verkeerd hebben gedaan.
Dat het lichaam niet “slecht heeft gereageerd”.
Dat ze geen fout hebben gemaakt die niet meer te herstellen is.

Maar in plaats daarvan
openen ze Google.

En bijna altijd eindigen ze in paniek.

Dit boek begint niet met een antwoord.
Het begint met een erkenning:

deze vraag is normaal.

En het is geen teken van zwakte.
Geen teken van onwetendheid.
Geen teken dat er iets mis is met jou.

Het is een teken dat je probeert je lichaam te begrijpen
op een moment dat het door een verandering gaat.

Een piercing is een kleine, gecontroleerde verwonding.
Maar het lichaam maakt geen onderscheid tussen “klein” en “groot”
als het om bescherming gaat.

Het reageert.

En die reactie ziet er vaak intenser uit
dan we hebben geleerd te verwachten.

Wat het probleem veroorzaakt
is niet de reactie zelf.
Het probleem is ons beeld van hoe een lichaam zich zou “moeten” gedragen.

Rustig.
Stil.
Zonder zichtbare sporen van een proces.

Maar zo werkt een lichaam niet.

Dit boek is er niet om je te overtuigen
dat alles altijd in orde is.

En ook niet om je te leren hoe je moet “doorbijten”.

Het is er om je te helpen
het verschil te herkennen tussen een normale reactie en een echt probleem,
zonder paniek en zonder zelfverwijt.

Want in de meeste gevallen,
wanneer je je afvraagt “is dit normaal”,
maakt het lichaam geen fout.

Het lichaam doet gewoon zijn werk.

Als je dit boek leest omdat je je nu zorgen maakt,
haal adem.

Hier is geen dramatisering.
Geen angstzaaierij.
Geen druk.

Alleen ruimte om te begrijpen
wat er in je lichaam gebeurt
terwijl het herstelt.

En waarom dat, heel vaak,
er anders uitziet dan we ons hadden voorgesteld.

Waarom het lichaam reageert na een piercing

Na een piercing verwachten veel mensen stilte.
Een rustig lichaam.
Een subtiele verandering die bijna voelt alsof er niets is gebeurd.

Maar zo reageert het lichaam zelden.

In plaats daarvan laat het zich horen.

Een piercing is een kleine, gecontroleerde verwonding.
Bewust. Nauwkeurig. Veilig.
Maar voor het lichaam is het nog steeds een onderbreking van continuïteit.

De huid wordt doorboord.
Een grens wordt overschreden.
En het lichaam reageert zoals het dat kent: met bescherming.

Die bescherming komt niet als een gedachte.
Ze komt als een proces.

Bloedvaten verwijden zich.
Warmte stroomt naar het gebied.
Het immuunsysteem wordt geactiveerd.
Het weefsel krijgt het signaal om zich aan te passen.

Dat alles kan dramatisch lijken
als je niet had verwacht dat er iets zou gebeuren.

Maar de reactie op zichzelf
is geen teken van een probleem.

De reactie is een teken dat het lichaam verandering herkent.

Roodheid is geen paniek.
Zwelling is geen fout.
Warmte is geen alarm.

Het zijn tekenen van doorbloeding.
Tekenen dat het lichaam middelen stuurt
naar de plek waar ze nodig zijn.

Het probleem ontstaat vaak in de ruimte
tussen wat het lichaam doet
en wat wij dachten dat het zou doen.

Als we rust verwachtten
en een proces krijgen,
ontstaat twijfel.

De meeste mensen zijn niet geleerd
hoe een gezonde reactie eruitziet.

We hebben geleerd dat “normaal”
betekent: onopvallend.

Maar een lichaam is niet stil terwijl het zich aanpast.
Het is actief.

Na een piercing gaat het lichaam een fase van bewustzijn in.
Het gebied wordt gevoeliger.
De aandacht verscherpt.
Elke aanraking wordt duidelijker geregistreerd.

Dat betekent niet dat er iets misgaat.
Het betekent dat het zenuwstelsel actief is.

In die toestand kunnen zelfs kleine veranderingen
groter lijken dan ze zijn.

Daarom zeggen mensen vaak:
“Ik voel het de hele tijd.”
“Het voelt alsof er voortdurend iets gebeurt.”

Dat is geen teken dat het lichaam niet tot rust komt.
Het is een teken dat het zich nog aan het aanpassen is.

Het lichaam werkt niet op de klok.
Het weet niet dat er drie dagen voorbij zijn
of zeven
of twee weken.

Het werkt in fases.

En elke fase heeft haar eigen uiterlijk.

Als je dit begrijpt,
verliest veel zijn beangstigende lading.

Niet omdat er niets gebeurt,
maar omdat je weet
dat wat er gebeurt
zinvol is.

In het volgende hoofdstuk gaan we in op wat mensen het vaakst verkeerd interpreteren:
roodheid, zwelling en warmte —
en waarom juist deze reacties zoveel paniek oproepen,
terwijl ze vaak deel uitmaken van een volkomen normaal proces.

Roodheid, zwelling en warmte – waarom juist dit het meeste angst oproept

Er zijn reacties die het lichaam stil uitvoert.
En er zijn reacties die zichtbaar zijn.

Roodheid.
Zwelling.
Warmte.

Juist deze drie zorgen het vaakst voor paniek.
Niet omdat ze gevaarlijk zijn,
maar omdat ze te zien zijn.

Roodheid betekent dat de bloedvaten zich verwijden.
Dat is de manier waarop het lichaam zuurstof, voedingsstoffen en immuuncellen
naar de plek brengt waar verandering heeft plaatsgevonden.

Het is geen teken dat het lichaam “van slag” is.
Het is een teken dat het actief is.

Warmte ontstaat om dezelfde reden.
Verhoogde doorbloeding zorgt voor een warm aanvoelend gebied.

Veel mensen koppelen dit gevoel meteen aan een infectie.
Maar warmte op zichzelf is geen probleem.

Het wordt pas relevant wanneer het gepaard gaat met
hevige, toenemende pijn,
een verkleuring van de huid die zich uitbreidt,
of een algemeen gevoel dat de situatie verslechtert in plaats van verbetert.

Zonder deze signalen
is warmte vaak gewoon onderdeel van het proces.

Zwelling is een andere reactie die vaak verkeerd wordt geïnterpreteerd.

Het weefsel rond de piercing past zich aan.
Het houdt meer vocht vast.
Het maakt ruimte voor genezing.

Dat kan alarmerend lijken,
vooral als je geen verandering in vorm of spanning had verwacht.

Maar zwelling betekent niet dat het lichaam de controle verliest.
Het betekent dat het werkt.

Het probleem is dat we hebben geleerd
een “schoon” proces te verwachten.
Zonder sporen.
Zonder fases.

Alsof het lichaam aanpassing zou moeten overslaan
en zich meteen zou gedragen alsof er niets is gebeurd.

Maar een lichaam slaat geen fases over.

Daarom is het belangrijk om naar de richting te kijken, niet naar het moment.

Wordt de situatie geleidelijk rustiger?
Of wordt ze steeds erger?

Zijn er dagen die beter aanvoelen dan de vorige?
Of voelt elke dag zwaarder?

Een lichaam dat geneest beweegt in golven.
Niet in een rechte lijn.

Roodheid, zwelling en warmte
gaan meestal niet over de vraag:
“Is dit normaal?”

De echte vraag is:
“Beweegt dit richting rust?”

Als het antwoord daarop niet duidelijk “nee” is,
doet het lichaam in de meeste gevallen
wat het hoort te doen.

In het volgende hoofdstuk gaan we in op de reacties die het meest verwarrend zijn:
witte afscheiding, korstjes en vocht —
en waarom het lichaam hiermee geen probleem toont,
maar reiniging.

Witte vloeistof, korstjes en afscheiding – wanneer het lichaam reinigt in plaats van alarm slaat

Dit is het moment waarop de meeste mensen schrikken.

Niet door pijn.
Niet door het uiterlijk.
Maar door het onbekende.

Er verschijnt een witte of lichte vloeistof.
Soms droogt die op tot een dun korstje.
Soms ziet het er plakkerig uit, soms doorzichtig.

En dan duikt in het hoofd het woord op dat niemand wil horen:
infectie.

Maar het lichaam heeft zijn eigen manier van reinigen.
En die ziet er vaak anders uit dan we verwachten.

Die witte of licht gelige vloeistof
is geen pus.
Geen teken dat er iets “mis” is gegaan.

Het is lymfe — een vloeistof die het lichaam gebruikt
om het gebied te spoelen, kleine onzuiverheden te verwijderen
en het herstelproces op gang te brengen.

Korstjes zijn geen vijand.
Ze zijn een tijdelijke bescherming.

Het lichaam vormt een dun laagje
om irritatie te verminderen
en het weefsel tijd te geven zich aan te passen.

Het probleem is niet het korstje.
Het probleem ontstaat wanneer we het steeds verwijderen.

Veel mensen beginnen, met de beste bedoelingen,
te veel te reinigen.

Kijken.
Controleren.
Aanraken.
Alles verwijderen wat er “rommelig” uitziet.

Maar het lichaam houdt niet van voortdurende onderbreking.

Elke keer dat een korstje te vroeg wordt verwijderd,
moet het lichaam opnieuw beginnen.

En daardoor worden reacties verlengd.

Wat extra paniek veroorzaakt
is niet de vloeistof zelf,
maar het gebrek aan context.

Op internet wordt zelden uitgelegd
hoe normale reiniging eruitziet.

Alles lijkt hetzelfde:
of “perfect”,
of “een probleem”.

Maar het lichaam werkt zelden perfect schoon.
Het werkt functioneel.

Het is belangrijk om te letten op geur, kleur en verandering.

Vloeistof die licht is, mild ruikt,
zonder sterke geur
en die in de loop van de tijd afneemt,
maakt meestal deel uit van een normaal proces.

Wat daarentegen blijft verergeren,
donkerder wordt, dikker aanvoelt, pijnlijker wordt
en gepaard gaat met een algemeen gevoel van achteruitgang —
dat vraagt om aandacht.

Het verschil zit in de richting,
niet in het verschijnsel zelf.

Als het lichaam rust en ruimte krijgt,
neemt het reinigen vanzelf af.

Niet omdat jij iets hebt “hersteld”,
maar omdat het lichaam een fase afrondt.

In het volgende hoofdstuk komen we bij het moment
waarop paniek vaak pas later ontstaat:
waarom mensen zich pas dagen na een piercing zorgen gaan maken
en waarom dat volkomen begrijpelijk is.

Waarom zorgen vaak pas later ontstaan

Opvallend genoeg ontstaat paniek zelden meteen.
In de studio is alles nog onder controle.
De piercer is aanwezig.
Het proces is duidelijk.
Het lichaam is gefocust.

De echte vragen komen later.

Pas wanneer je alleen bent met je lichaam,
zonder uitleg in real time,
zonder iemand die kan zeggen: “Dit is oké”,
neemt het denken het over.

En het denken houdt niet van leegte.

In de eerste uren na een piercing
zit het lichaam nog in een fase van adrenaline en focus.
Reacties worden verwacht.
Spanning voelt logisch.

Maar naarmate de dagen verstrijken
en het lichaam nog steeds tekenen van een proces laat zien,
ontstaat verwarring.

“Had dit nu niet al voorbij moeten zijn?”

Daar ontstaat de miscommunicatie tussen hoofd en lichaam.

Het hoofd verwacht afronding.
Het lichaam is nog bezig.

En wanneer die twee niet samenvallen,
ontstaat twijfel.

Een andere reden waarom zorgen later opkomen
is de behoefte aan controle.

Wanneer we iets niet voortdurend kunnen zien,
aanraken of controleren,
begint het hoofd scenario’s te verzinnen.

Elk klein signaal krijgt dan extra gewicht.

Het internet versterkt dat effect.

Mensen zoeken zelden op “normaal”.
Ze zoeken naar “probleem”.

En wat ze vinden
is vaak geschreven zonder context,
zonder nuance,
zonder echte ervaring.

Maar het lichaam werkt niet volgens een online schema.

Het weet niet welke hersteldag het is.
Het weet niet wat er op forums staat.
Het weet alleen dat aanpassing nog gaande is.

Daarom is het belangrijk om te letten op wat verandert,
niet alleen op wat er is.

Is de pijn milder dan eerder?
Zijn er momenten waarop je de piercing vergeet?
Zijn er periodes van rust tussen reacties?

Dat zijn tekenen van een proces,
ook als het nog niet afgerond is.

Zorgen die later ontstaan
zijn geen teken dat er iets misgaat.
Ze zijn vaak een teken dat het lichaam een fase ingaat
die niet spectaculair is,
maar wel echt.

De fase van aanpassing.

In het volgende hoofdstuk bespreken we een gewoonte
die deze fase vaak verlengt,
ondanks dat ze voortkomt uit de wens om “alles goed te doen”:
het voortdurend kijken, aanraken en controleren.

Waarom voortdurend kijken en aanraken het proces verlengt

Wanneer iets er niet uitziet zoals we hadden verwacht,
is de natuurlijke reactie om het te blijven controleren.

We kijken nog eens.
Raak het voorzichtig aan.
Maken het “voor de zekerheid” schoon.

Dat alles komt voort uit zorg.
Maar het lichaam ervaart die zorg niet als hulp.

Elke aanraking is informatie.
Voor het zenuwstelsel betekent aanraking:
“er gebeurt opnieuw iets”.

Wanneer een gebied zich in een fase van aanpassing bevindt,
voorkomen voortdurende kleine signalen
dat het lichaam volledig tot rust komt.

Het proces stopt niet plotseling —
het wordt verlengd.

Een piercing vraagt geen aandacht.
Hij vraagt rust.

Het lichaam past zich het best aan
wanneer het een plek een tijdlang kan “vergeten”.

Daarom zijn momenten waarop je helemaal niet aan je piercing denkt
vaak een teken dat het proces de goede kant op gaat.

Te veel reinigen heeft een vergelijkbaar effect.
Hoe tegenstrijdig dat ook klinkt.

Elke keer dat het gebied uitdroogt,
moet het lichaam opnieuw zijn evenwicht herstellen.

Minder is geen nalatigheid.
Minder is vaak precies genoeg.

Iets anders dat vaak wordt onderschat
is het voortdurend vergelijken.

Foto’s.
Ervaringen van anderen.
Adviezen die elkaar tegenspreken.

Het lichaam reageert niet op informatie.
Het reageert op toestand.

En die toestand verslechtert
wanneer het hoofd voortdurend in paraatheid staat.

Als je merkt dat je jezelf afvraagt:
“Is het nu erger dan eerder?”
elke paar uur,
dan is dat een teken dat het lichaam geen ruimte krijgt
om zijn werk af te maken.

Soms is de beste ondersteuning
niet nog een stap extra,
maar een stap terug.

Minder kijken.
Minder aanraken.
Minder controleren.

Meer vertrouwen.

Het lichaam vraagt geen perfectie.
Het vraagt continuïteit en rust.

En wanneer het dat krijgt,
trekken reacties zich vaak vanzelf terug.

In het volgende hoofdstuk komen we bij een belangrijk onderscheid:
hoe je momenten herkent
waarop het echt tijd is om aandacht te besteden,
en wanneer het voldoende is
het lichaam nog wat ruimte te geven.

Wanneer er echt reden is voor aandacht – en wanneer niet

Een van de moeilijkste vragen is niet:
“Is dit normaal?”
maar:
“Hoe weet ik wanneer het dat niet meer is?”

Want niemand wil een echt probleem negeren.
Maar niemand wil ook leven in voortdurende zorg.

Het verschil tussen een normale reactie en een probleem
zit zelden in één enkel teken.

Bijna altijd gaat het om combinatie en richting.

Een normale reactie:

  • kan ongemakkelijk aanvoelen

  • kan van dag tot dag verschillen

  • heeft momenten van rust

  • reageert op ontspanning en rust

Een probleem:

  • verergert geleidelijk

  • pijn wordt sterker in plaats van zwakker

  • het gebied wordt steeds gevoeliger

  • het lichaam lijkt geen pauze te kennen

Dit is geen moment voor paniek.
Dit is een moment voor aandacht.

Een lichaam dat geneest heeft een ritme.
Soms rust, soms reactie.
Maar daartussen is ruimte.

Wanneer die ruimte volledig verdwijnt,
wanneer er geen enkel moment van verlichting meer is,
probeert het lichaam iets duidelijker te zeggen.

Ook hoe jij je in het algemeen voelt, is belangrijk.

Als je je goed voelt,
energie hebt,
en je enige zorg het uiterlijk van de plek is —
wijst dat vaak op een normaal proces.

Als je je uitgeput voelt,
zwak,
of alsof “er iets niet klopt met je hele lichaam”,
verdient dat aandacht.

Hier is geen plaats voor drama.
Maar ook niet voor negeren.

Zorg en paniek zijn niet hetzelfde.
Aandacht is rustig.

Aandacht zegt:
“Ik merk dat iets niet tot rust komt.”

Paniek zegt:
“Ik heb iets vreselijks verkeerd gedaan.”

Het lichaam reageert beter op het eerste.

Als er twijfel ontstaat die niet verdwijnt,
is de gezondste stap niet Google.
Het is een gesprek.

Met iemand die weet
hoe het proces er in het echte leven uitziet,
niet alleen op foto’s.

De meeste mensen komen tot rust
op het moment dat ze context krijgen.

Niet omdat het probleem verdwenen is,
maar omdat het niet langer onbekend is.

In het volgende hoofdstuk ronden we dit boek af:
waarom het lichaam na een piercing zelden fouten maakt,
en waarom vertrouwen in het proces
vaak is wat het meest ontbreekt.